Ik zit net rustig met een kop koffie op de bank als onze vader de woonkamer binnen komt gelopen. Onderzoekend kijkt hij om zich heen. Quasi verbaasd trekt hij één wenkbrauw omhoog. “Ligt Svetlana nog te slapen?”, vraagt hij licht spottend. Ik moet mij inhouden om mijn koffie niet volledig over de tafel uit te proesten en schud in plaats daarvan stellig mijn hoofd. Nee. Svetlana ligt niet nog in bed. Svetlana is waarschijnlijk nog in Rusland. Als ze al bestaat. Want volgens haar gegevens woont ze in Moskou, Finland. En was ze van plan om, in haar eentje en gedurende de koude wintermaanden, drie weken bij ons te verblijven. Hoewel dit het begin van een prachtige vriendschap had kunnen zijn, meld ik later die ochtend in plaats daarvan de zoveelste ‘no-show’ aan Booking.com.
En voor zover ik nu kan voorzien, voorlopig ook de laatste. Gelukkig. Want na onze aanvankelijk ietwat naïeve start, waarbij het opgeven van een geldige creditcard geen vereiste was voor het maken van een reservering, druppelden de boekingen via ’s werelds bekendste boekingssite binnen een paar uur gestaag binnen. Dat het daarbij voornamelijk om nepboekingen ging werd al snel duidelijk. Allemaal Finnen of Russen. Allemaal voor een periode van minimaal twee weken. En allemaal met twijfelachtige adressen en telefoonnummers. Terwijl de boekingen één voor één (en in sommige gevallen gedurende piekperiodes) binnen kwamen, raakte ik langzaam in paniek. Reserveringen die via Booking.com binnen komen kunnen namelijk niet geweigerd worden en houden in het geval van een nepboeking onterecht een kamer (die we liever aan personen van vlees en bloed verhuren) bezet. Omdat ik geen tijd (en geld) had om een privédetective in te huren om het telefoonnummer van Booking.com te achterhalen, besloot ik in plaats daarvan alle beschikbare kamers resoluut op “0” te zetten. Tot dat ik tijd had om de boekingsvoorwaarden via Booking.com in alle rust te herzien natuurlijk.
Ofschoon het wijzigen van de originele reserveringsvoorwaarden voorkwam dat er nog meer nepboekingen binnen kwamen, kon ik daarmee niet de al gemaakte reserveringen herzien. En omdat de oorspronkelijk Nederlandse boekingssite, zelfs na de zoveelste no-show, niet met zekerheid kon zeggen dat al deze boekingen daadwerkelijk vals waren, kon ik niet anders dan afwachten tot het aanbreken van de daadwerkelijke aankomstdata van deze zogenaamde gasten. Mikalai, Liubov, Sid en, uiteindelijk, Svetlana. En dus maakte ik gisterochtend (hopelijk voor de laatste keer) een kamer in orde voor een gast waarvan ik niet verwachtte dat ze bestond. Laat staan kwam. Ik haalde boodschappen in huis voor een Bed & Breakfast-waardig ontbijt. En, omdat mijn vraag naar haar verwachte aankomsttijd nog altijd onbeantwoord bleef, bleef ik noodgedwongen de hele dag thuis. Met de bedrijfstelefoon binnen handbereik, durfde ik na twaalf uur eindelijk een oog dicht te doen. Dom? Wellicht. Maar als beginnend bedrijf kunnen we ons geen slechte recensies veroorloven. Want wat als ze wel echt had bestaan? En ze, zich van geen kwaad bewust, ineens met twee grote koffers op de stoep had gestaan? Klaar om het koude Finland (of was het Rusland?) drie weken voor het zonnige Spanje te verruilen? Better save than sorry. De wonderen zijn de wereld nog niet uit. Ook al ben ik de enige die het gelooft.
“Geen wonder”, roept mijn vader dan ook als ik hem vertel dat Svetlana inderdaad een no-show blijkt te zijn. Met een verse kop koffie in zijn hand ploft hij even later neer op de stoel tegenover mij. Terwijl ik de laatste slok van de mijne neem, loop ik naar de keuken. Ik trek de deur van de koelkast open. “Heeft er iemand zin in een uitgebreid ontbijt?” Alleen omdat Svetlana er niet van heeft willen (of kunnen) genieten, wil niet zeggen dat wij dat niet kunnen doen. “Haar verlies”, denk ik bij mijzelf, als ik een pakje ontbijtspek uit de koellade vis.