Als ik beneden kom heeft mijn moeder de haard net schoongemaakt. Terwijl ze de keuken in loopt om een kopje koffie voor mij te zetten, merkt ze op dat het vandaag precies drie jaar geleden is dat we van start gingen met het huis. Even later krijgt mijn zusje Noëlle precies dezelfde melding van Facebook. Foto’s van hoe het huis er toen uitzag, druppelen één voor één binnen op WhatsApp. De gigantische hal stond vol met meubels die we niet konden (of wilden) gebruiken. De huidige bar deed nog dienst als opslagruimte. En de patio zag er, ondanks wat planten hier en daar, lang niet zo gezellig uit als nu.
Een wereld van verschil, denk ik, als ik na de koffie met de stofzuiger en een emmer sop naar boven loop. Hoewel we nog lang niet klaar zijn, ben ik trots op wat we hier tot nu toe al hebben neergezet. De basis is er. En de basis is prachtig. Gelukkig vond de vertegenwoordiger van de gemeente, die onze gloednieuwe Bed & Breakfast kwam inspecteren, dat ook. Als hij na het zien van alle kamers op de trap naar beneden kort halt houdt en mij vraagt of ons telefoonnummer online staat, kan ik niet anders dan knikken. “Op Google en onze website”, antwoord ik. “Mooi”, knikt hij goedkeurend. “Dan kom ik een keer met mijn vrouw.” Opgelucht haal ik adem. Een groter compliment had hij ons niet kunnen geven.
Het maakt dat ik direct wat minder nerveus wordt voor het bezoek van aanstaande vrijdag. Dan komt de delegatie uit Alicante. “Die kennen het aantal sterren toe”, informeert de vertegenwoordiger van de gemeente mij. Ik knik begrijpend. Ik heb de lijst gezien. De eisen waaraan een Casa Rural moet voldoen om een bepaald aantal sterren te halen. Als de punten op de lijst strikt worden gevolgd, zouden we niet meer dan twee sterren kunnen halen. Het ontbreekt ons aan een bidet in de badkamers. Ik weet dat, maar de gasten niet. Ik (ver)oordeel dan ook niet direct wanneer ik een Bed & Breakfast met slechts twee sterren zie. In plaats daarvan vraag ik het de eigenaar direct. “De bidet?” Bijna altijd wordt er geknikt.
Als ik de stofzuiger in het stopcontact steek en het huis weer spic en span maak voor onze volgende gasten, probeer ik mijn gedachte even te verzetten. Helemaal lukt dat niet. “Ik vind het zo spannend dat ze vrijdag komen”, beken ik later die dag opnieuw aan mijn moeder. “Ik merk het”, antwoord ze, niet erg onder de indruk. Maar als ik naar het huis kijk, dan zie ik alle zaken die ik nog graag zou willen toevoegen. Een nieuwe bank. Een nieuwe koffiemachine. Meer fotolijstjes aan de muur. Een gezellig zitje in de gang. Pas als ik de foto’s van drie jaar geleden tot een Facebook-post compileer om met onze volgers te delen, besef ik dat we af en toe ook stil mogen blijven staan bij alles wat we al gedaan hebben. In drie jaar is er veel veranderd. Over drie jaar kan ik ongetwijfeld hetzelfde zeggen. En met een beetje geluk is die nieuwe bank dan helemaal niet zo nieuw meer.