Een groter contrast dan dat tussen augustus en september, lijkt er voor mij op dit moment niet te bestaan. Waar wij in augustus nog afgeladen vol zaten, lijkt men de eerste weken van september even pas op de plaats te maken. Veel restaurants zijn gesloten en ik hoor van verschillende leveranciers dat dat ook voor een groot deel van de andere bedrijven geldt. Geen probleem. Niet alleen wij, maar ook het huis, kan wel een adempauze gebruiken. Ondanks dat het grootste gedeelte van onze Bed & Breakfast nieuw (of eigenlijk gerenoveerd) is, heeft de grote doorloop van veel verschillende gasten hier en daar toch wat sporen achtergelaten. Tel daarbij de kleine klusjes op die na een grote verbouwing altijd nog blijven liggen, en ik ben blij dat ik weer een klein beetje tijd kan vrijmaken voor het nodige onderhoud. Maar aangezien ik zelf (buiten het schilderwerk om) vrij weinig kluservaring heb, ontkom ik er niet aan om van tevoren zorgvuldig mijn opties af te wegen.
Ik zou mij natuurlijk op kunnen geven voor B&B Vol Liefde. Ik heb de eerste drie seizoenen niet gezien, maar – afgaand op wat ik in het huidige seizoen zie gebeuren – is het de bedoeling dat men kandidaten uitnodigt die de eigenaar kunnen helpen bij het achterstallig onderhoud van het pand. Niet waar? Omdat ik vrees dat de opnames nog even op zich laten wachten, ik niet sta te springen om op nationale televisie afgezeikt te worden door twitterend Nederland en ik mijn toekomstige partner niet zou willen kiezen op basis van zijn kluskwaliteiten, besluit ik deze optie voorlopig nog even te parkeren. Misschien kan ik deze week dan beter nog even naar de Mercadona. Tussen een uurtje of zeven en acht in de avond. Met een omgekeerde ananas in mijn winkelwagen om in het wijngangpad per ongeluk expres tegen een handig uitziende man aan te botsen. Bonuspunten als hij zijn kluskleren nog aan heeft. Maar ook dit scenario besluit ik voorlopig nog even uit te sluiten. Ik houd er niet van om afhankelijk te zijn van anderen.
Terwijl ik het stof opnieuw van de kluslijst afblaas en hier en daar nog wat zaken toevoeg, weet ik dat er maar één optie overblijft. Ik vraag mijn vader, die vanwege een ongeluk met de cirkelzaag een week lang niet aan zijn eigen huis mag klussen, om mij het één en ander te leren. Onder toeziend oog van onze kritische superklusser hang ik niet alleen verschillende haakjes, bordjes en schilderijtjes aan de muur – maar zet ik ook greepjes op één van de schuifdeuren, sluit ik wat lampen aan en kit ik zelfs de naad van één van de gastendouches opnieuw. Maar terwijl ik de boor uiterst beheerst en (dus rustig) probeer te hanteren, vraagt mijn vader zo nu en dan of ik van plan ben om dat haakje/bordje/schilderijtje deze wéék nog op te hangen. Verontwaardigd kijk ik hem aan. Ik sta hier gewoon een gat in onze schuifdeur te boren. Een fout in een muur van gipsplaten is makkelijk te herstellen, maar als het even kan zet ik de greepjes liever in één keer goed op de deur. Hoewel mijn vader zo nu en dan roept dat ik de verkeerde kant opdraai terwijl ik in mijn hoofd zelfverzekerd “lefty-loosey, righty-tighty” blijf herhalen, lukt het ons om alle klussen uiteindelijk succesvol (en ruim binnen de week) te klaren. Tevreden kijk ik naar het resultaat. Niet alles is perfect, maar voor een eerste keer is het helemaal niet slecht. Als ik niet uitkijk word ík dadelijk door een andere kandidaat in zijn Bed & Breakfast uitgenodigd om te komen (helpen met) klussen. Ach, waarom niet? Ik weet nu in ieder geval hoe ik hem het beste kan motiveren.