Chupito?!

“Chupito?!” Na zaterdag helemaal niet meer te hebben gedronken durf ik het op zondagmiddag wel weer aan. Resoluut schudt de rest echter hun hoofd. Waar ik vrijdag- en zaterdagavond ontwijkend “mañana!” heb geroepen op dezelfde vraag, zijn zij het die het nu even niet meer zien zitten. Begrijpelijk. Want de jaarlijkse feesten eisen altijd hun tol.

Bij mij begon het al op vrijdag. Gedurende de wedstrijd bier drinken. Terwijl de rest in de hete zon nog lekker een glaasje fris nam, besloot ik al mijn dorst voor de glazen bier te bewaren. Hoewel ik normaal gesproken helemaal geen bier drink – ik vind het niet eens lekker – dacht ik dat ik een paar kleine glaasjes best wel weg zou kunnen drinken. Helaas bleken de kleine glaasjes gewoon blikjes van 0,33 centiliter en wisten we ons met ons team van vier pas als derde voor de finale te kwalificeren. Vier grote glazen bier – in combinatie met de hete zomerzon – zorgden ervoor dat ik besloot de rest van de feesten heel rustig aan te doen. Gelukkig hebben we in Benialí geen alcohol nodig om plezier te hebben.

Het fantastische feestteam – dat ook nu bestond uit een groep jongeren – had namelijk fantastisch werk geleverd. Op donderdag, vrijdag en zaterdag ging het feest nog tot in de late uurtjes door. Niet dat wij daar iets van mee hebben gekregen – want voor ons was drie uur ’s nachts laat genoeg. Vooral omdat we iedere ochtend stipt om half negen het ontbijt al weer klaar hadden staan.

Maar waar de festiviteiten op zaterdag vooral in de avonduurtjes plaats vonden – en we dus overdag tijd hadden om een beetje bij te komen – vonden de meeste activiteiten op zondag gedurende de dag plaats. Helemaal in de traditie van San Fermín – waar de feestgangers in de nauwe straten van Pamplona op de vlucht slaan voor de stieren – wordt ook in Benialí de stier van zolder gehaald. “Wat zielig!”, riep één van onze vrienden nog. Tot dat ze de stier daadwerkelijk zag. Achterna gezeten door een kruiwagen met een stierenhoofd van papier maché, hadden we hier net zo veel lol. Of misschien wel meer? Een paar drankjes, een hapje en een korte siësta later was het tijd voor de finale: de optocht van de Christenen en de Moren. Één van de groepen uit Benialí zat er uren voor in de make-up, maar het resultaat mocht er zijn. Ieder onder begeleiding van hun eigen fanfare, marcheerden de vier groepen één voor één door de straten van ons kleine dorp. Een prachtig spektakel en een fantastische afsluiter van het jaarlijkse zomerfeest.

Maar waar wij – net als de rest van het dorp en veel van de restauranteigenaren – wel toe waren aan een paar dagen rust, hadden onze nietsvermoedende nieuwe gasten daar weinig boodschap aan. Onze Bed & Breakfast zat gewoon vol. Dus stroopten mijn zusje en ik op maandagochtend onze mouwen gewoon opnieuw weer op. Een chupito (shotje) hoef ik voorlopig even niet meer. In plaats daarvan loop ik direct naar het koffiezetapparaat. Zonder mijn zusje aan te kijken druk ik op de knop. Ik hoef het eigenlijk niet te vragen, maar ik doe het toch. “Koffie?!”, roep ik, terwijl ik een gaap onderdruk.