Algar

“En?”, vraag ik nieuwsgierig. “Hebben jullie het leuk gehad?” Terwijl ik met mijn yogamat onder mijn arm op het punt sta om te vertrekken, komen de gasten net thuis. “Ja en nee!”, roepen ze bijna in koor. Hoewel ik graag wil weten wat ze hier precies mee bedoelen, heb ik op dat moment helaas geen tijd. De les begint zo. “We leggen het straks wel uit!”, roepen ze daarom.

Na de les – als zowel de gasten als ik gegeten hebben – loop ik naar ze toe. Ze tafelen nog gezellig na in de bar. “En?”, vraag ik nogmaals. “Hoe hebben jullie het vandaag nu gehad?” “De route er naartoe was prachtig”, begint er één. “En Guadalest zelf was ook heel mooi. Druk en toeristisch, zoals je al zei. Maar wel de moeite waard.” Ik knik goedkeurend. Dat klinkt goed en ik kan het alleen maar beamen. “Maar de watervallen van Algar…”, gaan ze verder. “Daar hoef je echt niemand naartoe te sturen!” Hoewel ik er zelf nooit ben geweest, wil ik mij direct verontschuldigen. “Oh, nee!” Mijn zusje, Noëlle, die er in het voorjaar ook geweest is, was er ook al niet over te spreken. Vreemd. Want wanneer we de foto’s op Google bekijken en de revieuws lezen, zijn deze toch overwegend positief. Meer dan 29.000 bezoekers hebben de moeite genomen om een review te schrijven en met een gemiddelde van 4,2 zou je denken dat het de moeite waard zou zijn. Vooral wanneer je al in de buurt bent – zoals na een bezoek aan Guadalest.

Wegblijven lijkt hier echter de algemene consensus te zijn. Toeristisch – op de allerfoutst mogelijke manier. “Het ultieme voorbeeld van hoe je een spectaculair natuurgebied kunt verwoesten. Ze hebben er een pretpark van gemaakt”, lees ik even later in één van de reviews. En ik trek voor mijzelf direct de vergelijking met Baños de Agua Santa (Ecuador), waar mijn zusje en ik een heel aantal jaren geleden gedurende onze wereldreis ook een aantal dagen verbleven.

Vastberaden streep ik Fonts de l’Algar dan ook van mijn eigen lijstje van nog te bezoeken bezienswaardigheden. Guadalest heb ik al gezien. Net als Dénia, Jávea, Moraira, Calpe, Cañón del Mascarat, Altea, Villajoyosa, Alicante, Bocairent, Alcoy, Oliva, Gandía en Valencia. Het kasteel van Cullera, de watervallen van Anna, Sumacàrcer en de grotten van Sant Josep staan er nog op. Elke winter spreken mijn moeder en ik af om in ieder geval elke twee weken een uitstapje te maken. En iedere keer komt het er maar een enkele keer van. Maar nu niet alleen ons eigen huis – maar ook dat van onze ouders – geen grote verbouwingen meer nodig heeft, hopen we er eindelijk (meer) tijd voor te hebben. Want waar Noëlle altijd quasi getraumatiseerd vertelt dat ze de afgelopen jaren heel wat verschillende flessen wijn heeft moeten drinken om de beste aan onze gasten te kunnen serveren, voel ik mij – helaas ook – gedwongen om de omgeving te verkennen zodat wij onze gasten ook de mooiste uitstapjes kunnen aanraden. Gelukkig zijn we na drie jaar verbouwen wel al flink gehard. Voor dergelijk ‘zwaar’ werk draaien we onze hand inmiddels niet meer om. Vooral niet nu dat Algar mij in ieder geval al bespaard is gebleven. De Ruta de las Tres Cascadas in Anna krijgt een 4,5 op Google. Ik besluit de wandeling boven aan mijn lijstje te plaatsen. Hopelijk kan ik onze gasten de volgende keer een waterval aanbevelen die nog niet lijkt te zijn verzwolgen door het massatoerisme.