Baguette

Pourquoi? Pourquoi?! Het zat er natuurlijk een keer aan te komen. Anderhalf jaar lang is het goed gegaan. Mijn gasten en ik spraken dezelfde taal (Nederlands, Engels, Spaans of Duits). Tot nu. Want mijn huidige gasten komen uit Frankrijk. En ze spreken Spaans noch Engels. Alleen Frans. Merveilleux! Want hoewel ik zes jaar lang Frans op de middelbare school heb gehad – en een aantal jaren geleden gedurende mijn tijd in Zermatt ooit op ‘DuoLingo’ na een cursus Duits met een cursus Frans begonnen ben – spreek ik het nog altijd niet.

Die zes die op mijn middelbareschooldiploma prijkt is dan ook een dikke vette leugen. Omdat ik toevallig een paar woordjes uit mijn hoofd kan leren en ze een dag later foutloos op papier kan herproduceren, betekent nog niet dat ik de taal beheers. Dat vond onze laatste lerares Frans, die het genoegen had om ons in ons eindexamenjaar te onderwijzen, ook. Geschokt door ons (gebrek aan) niveau, deed ze haar best. Maar met één jaar goed onderwijs maak je vijf jaar slecht onderwijs niet ongedaan. En hoewel ik die nog grotere onvoldoende op het Centrale Examen makkelijk had mogen en kunnen herkansen, heb ik dat nooit gedaan. Pourquoi? Een hoger eindresultaat is geen wondermiddel waardoor ik de taal ineens beter ga begrijpen, spreken en beheersen. En dus geef ik mijn (arme) gasten de volledige tour door het huis in het Spaans.

Want verder dan “Je suis désolé. Mais je ne parle pas français” en “Voulez-vous…” (iedereen begrijpt hoe dat verder gaat), kom ik niet. De eerste is – volgens mijn jongste zusje (een echte talenexpert) – gevaarlijk. Want als je deze zin perfect uitspreekt, beginnen de Fransen – al complimenterend en de betekenis van deze zin volledig negerend – in rap tempo én in het Frans tegen je te ratelen. En die tweede? Ja, daar heb je tijdens het runnen van een Bed & Breakfast (zélfs als vrijgezel) vrij weinig aan. Maar omdat ik zowel koppig als trots ben, spreek ik de eerste zin – direct na aankomst van de gasten – perfect uit. Dat er (in tegenstelling tot die voldoende op mijn middelbareschooldiploma) geen woord van gelogen is, komen ze al snel achter. In de praktijk blijft het dus helemaal niet nodig te zijn om de allerbelangrijkste zin uit de Franse taal volkomen te verkrachten tot een variant die lijkt op “Jo no parler Frans, oui-oui-marie”. En hoewel ik hun advies, volkomen in de wind sta, blijven mijn beide zusjes mij – als ik mijn hart over de WhatsApp lucht – toch steunen. Met berichtjes als “croissant”. En een emoji van een baguette. Merde! Merveilleux!

En dus (alors) besluit ik mijn hoop – om drie dagen van ongemakkelijke stiltes te voorkomen – op Google Translate te vestigen. Ik maak een spiekbriefje met de meest voor de hand liggende vragen en dreun ze, ’s ochtends voor het ontbijt, één voor één op. “Avez-vous bien dormi?” is gelukkig niet ingewikkeld. Dat lijkt op het Spaans. En omdat zij (net zoals de meeste gasten) gewoontedieren zijn, hoef ik de meeste vragen de volgende ochtend niet nogmaals te herhalen. Ze drinken hun koffie zwart. Ja, ze nemen graag nog een tweede kopje. En nee, eieren eten ze ook nu niet. En voor de rest improviseer ik hier en daar een beetje. “Más?”, begrijpen ze niet. “Suficiente?”, gelukkig wel.  

Als ik het lege kommetje met Jeny’s zelfgemaakte kersenjam even later in de vaatwasser plaats, vraag ik mij af of ik – achteraf gezien – misschien beter mijn best had kunnen (of moeten) doen op de middelbare school. Nee. Dat geloof ik niet. Ik spreek vier talen. Variërend van ruim voldoende tot vloeiend. Bovendien levert het weer een leuk verhaal op voor Spanje Vandaag. Of zoals de Fransen zouden zeggen: “Non, je ne regrette rien. C’est une belle histoire.” Gelukkig gaven ze op onze middelbare school ook muzieklessen. Anders had ik pas echt met mijn mond vol tanden gestaan. Croissant. Baguette.