“Hoe zijn jullie hier precies terecht gekomen?” Het is een vraag die ons regelmatig gesteld wordt. Door zowel Nederlanders als Spanjaarden. Terecht. Want Vall de Gallinera geniet nog lang niet de bekendheid die het verdient. Zonde. Want toen wij Benialí (het dorp dat wij inmiddels liefdevol thuis noemen) een aantal jaren geleden voor het eerst bezochten, waren wij gelijk verkocht. Niet veel later was ons droomhuis dat ook. Aan ons welteverstaan. Hoewel we toentertijd nog de enige Nederlandse inwoners van het dorp (en de gemeente) waren, zijn we dat inmiddels niet meer. Onze buren aan de rechterkant zijn Nederlands. De (inmiddels niet meer zo) nieuwe eigenaren van El Capricho zijn Nederlands. De nieuwe eigenaresse van Casa Gallinera, in het naastgelegen Benissivà, is Nederlands. En het gerucht, dat zich opnieuw Nederlanders in het weer daarnaast gelegen dorp gaan vestigen (met de bedoeling dat gebouw ook te gaan verhuren aan toeristen), doet al een hele tijd de ronde.
Het valt onze gasten inmiddels ook op. “Ik dacht dat het runnen van een Bed & Breakfast voornamelijk iets Engels was”, vertelde een gast mij laatst. “Maar gedurende onze rondreis door deze regio zijn we al op verschillende Nederlandse B&B-eigenaren gestuit”, ging hij verder. Ik kan niet anders dan zijn verhaal beamen. Wie de televisiegids openslaat, kan er dan ook niet omheen. Van “Ik Vertrek”, “Het Roer Om” en “Bed & Breakfast” tot “B&B Vol Liefde” en “Winter Vol Liefde”. Nederlanders draaien er hun hand niet (meer) voor om. Het runnen van een Bed & Breakfast in binnen- of buitenland. Wie echter bang is dat ze bij ons in een Nederlandse enclave terecht komen, hoeft dat niet te zijn. Op enkele andere buitenlanders na (voornamelijk Engelsen en Fransen), wonen in het dorp nog steeds hoofdzakelijk Spanjaarden. En niet, zoals het probleem is in veel andere kleine Spaanse gemeenten, alleen maar ouderen. Ook jongeren. Mensen die, net als wij, liever af en toe de drukte van de grote stad opzoeken, maar doorgaans vooral genieten van de rust en de prachtige natuur. Want met de wandel- en fietspaden op steenworpafstand en de gunstige ligging ten opzichte van grotere steden als Alcoy, Oliva, Gandia en Denia, genieten wij van het beste van twee werelden.
Het is een wereld die ik maar al te graag met onze toekomstige gasten wil delen. Want waar dat nu nog voornamelijk Spanjaarden zijn, hopen zowel de eigenaren van Casa Gallinera en El Capricho als wij in de toekomst ook flink wat Nederlanders te mogen ontvangen. “We moeten binnenkort toch echt een keer gaan brainstormen over de manier waarop we dat gaan doen”, roepen Werner (één van de eigenaren van El Capricho) en ik regelmatig naar elkaar. Onder het genot van een wijntje bij Bar Isa of tapas bij Nou Terrasó, denk ik bij mijzelf. Een suggestie om mij op te geven voor “B&B Vol Liefde” schuif ik gelijk van tafel. Liever blijf ik nog een beetje verliefd op Benialí. En als ik op vrijdagavond al het Valenciaans om mij heen hoor, wil ik ook niet te hard van stapel lopen. Laten we maar eens beginnen met alle bekenden, vrienden en familie die alvast voor deze zomer geboekt hebben of nog willen gaan boeken. Want hoewel ik natuurlijk begaan ben met het voortbestaan van onze Bed & Breakfast in dit prachtige, idyllische dorp, wil ik te allen tijde voorkomen dat onze droom in een nachtmerrie verandert. In geen geval mag Benialí Benidormalí worden.