De hamburger methode

Als we op het punt staan om te betalen, gaat de telefoon. Dat deze ruim twee uur lang in mijn tas heeft gelegen zonder over te gaan, lijkt een wonder. Aan de rustige, gezellige lunch is definitief een einde gekomen. Terwijl ik een rustig plekje probeer op te zoeken, neem ik op. “Hola?” Hoewel ik normaal gesproken altijd met de naam van het bedrijf opneem, bellen deze mensen via de WhatsApp en met een Zwitsers nummer. Direct denk ik dat het bekenden van mijn zusjes zijn, maar niets blijkt minder waar. Het zijn Spanjaarden die vlot in het Spaans beginnen te praten. “Een reservering?”, vraag ik verbaasd. “Voor wanneer?” “Vandaag”, klinkt het aan de andere kant van de lijn. “Vandaag?” Na twee flessen wijn met zijn vieren duurt het wat langer voordat ik weet welke dag het is. Donderdag, denk ik bij mijzelf. Dat is geen probleem. “Hoe laat willen jullie komen?”, vraag ik daarom. “Nu.” “Nu?” Terwijl de radertjes in mijn hoofd beginnen te werken, antwoord ik snel. “Ik ben op dit moment niet thuis. Bent u al in Benialí? Want anders moet ik mijn zusje even bellen om te vragen of zij u binnen kan laten.” De persoon aan de andere kant van de lijn antwoordt niet direct. “Waar bent u nu?”, vraag ik daarom. “Gandia.” Opgelucht haal ik adem. Dat ligt vijfenveertig minuten bij ons vandaan. “Dat is geen enkel probleem”, antwoord ik daarom. “Tegen de tijd dat u hier bent, ben ik al lang thuis.”

Ik houd mijn pinpas op het apparaat, verzamel mijn spullen en vertrek. De handdoek – die ik mee had genomen naar het gemeentelijke zwembad voor een eventuele duik na de lunch – blijft ongebruikt in mijn tas zitten. Als ik tien minuten later door mijn moeder thuis wordt afgezet, baal ik daar toch een beetje van. Een koude duik had ik wel kunnen gebruiken. In plaats daarvan loop ik direct naar de kamer van mijn zusje. “Ik heb goed en ik heb slecht nieuws”, roep ik als ik haar kamer binnenloop. Ze zit op de grond over een meter stof gebogen. Haar nieuwe hobby – naaien – neemt al haar vrije tijd in beslag. “Ik heb zojuist een reservering aangenomen voor vandaag.” “Top!”, antwoord ze direct. “Uitslapen is er morgen dus niet bij.” Ze haalt haar schouders op. “Dat is oké. Het bedrijf gaat voor.” Ik grom licht. Een combinatie van vermoeidheid, wijn en hitte is niet ideaal. Ik neem nu het allerliefst een douche, maar omdat ik de gasten elk moment verwacht doe ik dat toch niet.

In plaats daarvan plof ik in het kantoor neer achter het bureau. Een beetje deodorant moet op dit moment voldoen. Terwijl ik mijn wekelijks relaas voor Spanje Vandaag begin te schrijven (wat dankzij de wijn een stuk sneller vlot dan normaal gesproken), houd ik de voordeur in de gaten. De gasten zijn er – ruim anderhalf uur later – nog steeds niet. Ik besluit ze nog even te geven voordat ik per WhatsApp informeer naar hun geschatte aankomsttijd. Als mijn zusje na twee uur naar beneden komt gelopen om te vragen of de gasten er al zijn, besluit ik ze dan toch te appen. “Hola. Es Michelle de Casa La Vall. Podrían decirme aproximadamente a qué hora llegarán? Lo tendré en cuenta. No oigo bien el timbre por el ventilador. Gracias y nog vemos pronto.” Twee minuten later piept mijn telefoon. Met een stalen gezicht kijk ik mijn zusje aan. “Ik heb goed nieuws, slecht nieuws en goed nieuws.” De hamburger methode om feedback te geven, komt op dit moment uitstekend van pas. “We kunnen morgen toch uitslapen. De gasten komen niet. En ik krijg de perfecte afsluiting voor mijn wekelijkse blog zojuist gratis in mijn schoot geworpen.” Terwijl mijn zusje de deur op slot doet, werp ik een blik in mijn decolleté. Als ik zie dat ik mijn bikini nog aan heb, kan mijn dag niet meer stuk. “Nog meer goed nieuws”, mompel ik – tegen niemand in het bijzonder. Als de gasten er geen gebruik van willen maken, doe ik het wel. Met een klap gooi ik de laptop dicht. Vanavond heb ik het zwembad voor mij alleen.