Waar het op dit moment nog te warm is om het haardvuur al aan te maken, is het tegelijkertijd ook alweer te koud om nog het zwembad in te duiken. Volgens de meesten dan. Want waar een enkeling (vooral niet-Spanjaarden) nog heerlijk met een boekje en handdoekje buiten in de zon gaat liggen, zijn de meesten (vooral Spanjaarden) van mening dat het wandelseizoen alweer is aangebroken.
Onze Spaanse gasten, die op het punt staan om uit te checken en de dag ervoor nog de kunstroute naar Benirrama hebben gelopen, vragen – gemotiveerd om nóg een stukje natuur van Vall de Gallinera mee te pakken – of de rotsschilderingen van Benialí net zo duidelijk zijn als die van Benirrama. Ik schud mijn hoofd. Ik heb die van Benirrama zelf nog nooit gezien, maar mijn moeder had mij al eens eerder verteld van niet. “Die van Benirrama schijnen duidelijker te zijn”, zeg ik daarom tegen ze. “Maar goed, daarvan zijn er ook een aantal gestolen”, ga ik verder. “Vandaar dat alle rotsschilderingen (zowel in Benialí als in Benirrama) nu achter de tralies staan.” Één van de gasten schudt afkeurend zijn hoofd. “Die verrekte Spanjaarden!”, grapt hij dan. “Die jatten ook alles.” Terwijl we allemaal beginnen te lachen, doet mijn zusje er nog een schepje bovenop. “Oh, betekent dat dat ik jullie koffers nog even moeten controleren voordat jullie zo vertrekken?”, vraagt ze quasi-verbaasd. De gast die het grapje eerder maakte, haakt er direct op in. “Ja! We hebben alles meegenomen. De haarföhn, de handdoeken, de televisie…” We beginnen allemaal te lachen. “We hebben helemaal geen televisie…”, proest ik uit. Maar terwijl wij nog allemaal lachen, merkt één van de dames voorzichtig op dat ze wél het zeepje meegenomen heeft. “Natuurlijk!”, roepen mijn zusje en ik in koor. De zeepjes, die Silvia speciaal voor ons in het klein maakt, zijn voor de gasten. Om te gebruiken op de kamer. Maar natuurlijk ook om mee naar huis te nemen als iemand er langer gebruik van wilt maken.
Gerustgesteld dat ze niet echt iets hebben meegenomen dat niet de bedoeling was, zwaaien we ze een paar minuten later uit. We zijn nu bijna een jaar geopend en vervelende gasten hebben we gewoon helemaal nog niet gehad. Want hoewel het merendeel van onze huidige gastenkring Spaans is – en ik in een artikel van Spanje Vandaag heb gelezen dat 67% van de Spanjaarden wel eens opzettelijk iets meeneemt uit een hotelkamer – is het ons tot nu toe nog nooit gebeurd. Het komt veel vaker voor dat de gasten juist iets laten liggen. Een enkele sok. Ondergoed dat nog tussen de lakens of onder het bed ligt. Of een pyjama of shirt dat gebruikt wordt om in te slapen. Als ze al iets meenemen dan zijn het de sleutels van de kamers. En omdat dat nooit met opzet gebeurt, is het ook iets dat wij altijd weer netjes teruggekregen hebben. Persoonlijk. Of per post. Vaak zorgvuldig verpakt. Soms voorzien van een verontschuldigend briefje of kaartje. Spanjaarden hebben misschien de reputatie dat ze bovengemiddeld vaak iets meenemen uit een hotelkamer, maar onze ervaring is dat gelukkig absoluut niet.