Expeditie Bureaucratie

Terwijl mijn Nederlandse rijbewijs verloopt, is het mij nog steeds niet gelukt om een afspraak te maken bij de DGT in Alzira, Valencia, Alicante of Elche. En dat is voor het eerst. Want hoewel het maken van een afspraak bij veel Spaanse instanties lastig kan zijn, is het mij tot nu toe wel altijd gelukt. Mijn zusjes noemen mij niet voor niets de ‘pennenlikker’ van de familie. Want onder het mom ‘een dag niet gebureaucratiseerd is een dag niet geleefd’, vind ik toch altijd wel redelijk de weg door het soms wat complexe Spaanse systeem. Maar omdat de volgende taak al op mijn lijstje staat, kan ik er niet te lang bij stil blijven staan. Mijn zusje, die nu officieel als werknemer staat ingeschreven, heeft namelijk nog een SIP-kaart nodig.  

En dus meldden we ons dinsdagochtend bij het dichtstbijzijnde ‘Centro de Salud’ in Pego. Voor de tweede keer. Want een individuele padrón was niet afdoende. Alleen met een ‘collectieve padrón’ (een bewijs van alle personen die op het adres bij de gemeente staan ingeschreven) voldeed. Hoewel we keurig binnen het verplichte tijdsvenster (op werkdagen tussen 12:00 en 14:00) arriveerden, stond er een wachtrij die ik in lange tijd (misschien wel nog nooit) heb gezien. We hadden ons op dat moment ook om kunnen draaien, maar besloten ons er in plaats daarvan uiteindelijk maar gewoon aan over te geven: een test in volhardendheid. Het had zomaar een aflevering van een competitief programma kunnen zijn. Een soort Expeditie Robinson (Expeditie Bureaucratie?), waarbij men dan – niet op een onbewoond eiland maar in plaats daarvan – de Spaanse bureaucratie moest zien te overleven.

Door de hoeveelheid mensen, die zelfs buiten het centrum stonden, was het lastig te bepalen waar de rij begon en waar ‘ie ophield. Maar omdat Spanjaarden, wanneer ze arriveren, altijd vragen wie de laatste in de rij is, was het in ieder geval geen complete chaos. Nog niet tenminste. Want uiteindelijk arriveerden er zowel mensen van buiten als van binnen. En aangezien er tussen die twee een grote groep wachtenden stond, was het in het begin niet helemaal mogelijk om het oeroude (en normaal gesproken goed werkende) Spaanse wachtrijen-systeem te hanteren. Dus waar de wachtenden van binnen zich vooral richtten op de rechterbalie en de wachtenden van buiten op de linker balie, verliep alles het eerste half uur zonder problemen. Tot dat de wachtrijen steeds kleiner werden, de chaos overzichtelijker en de eerste wachtende (volledig bewust) voorkroop.

Als het een seizoen van Expeditie Bureaucratie was geweest, waren we op dat moment zo’n beetje bij de samensmelting aanbeland. Vanaf nu werd er individueel gestreden. Eén van de wachtenden – boos dat de ander volkomen bewust was voorgekropen – besloot precies tussen de twee balies te gaan staan om te voorkomen dat hetzelfde nog een keer zou gebeuren. En toen de volgende persoon aanstalten nam om – bewust – voor te kruipen, ontstond er een discussie. De man, die – terecht – standvastig tussen de twee balies in was gaan staan – vertelde de voorkruiper dat hij nog lang niet aan de beurt was. Boos weest hij naar alle wachtenden die nog vóór hem aan de beurt waren. Hoewel de valsspeler protesteerde en aangaf dat hij specifiek voor de rechter balie stond te wachten, werd hij vanuit verschillende kanten terecht gewezen. Hij was immers van buiten gekomen en was – heel brutaal – de hele rij compleet voorbij gelopen. Want er was al een hele tijd geen sprake meer van een linker- en een rechter balie. Sinds de samensmelting was het één rij geworden. Eén waarbij het heel duidelijk was wie er precies wanneer aan de beurt was. Terwijl er hier en daar werd geroezemoesd en er af en toe een woordenwisseling plaats vond, ontstonden ook de eerste ‘bondjes’. Veel begrijpend keken wij elkaar aan. De meneer in het bruine shirt was als eerste aan de beurt, dan wij en dan het echtpaar. Men moest van goeden huize komen om nu nog voor te kunnen kruipen. Er was immers al een uur verstreken en we waren nog altijd niet aan de beurt geweest.

Toen het eindelijk onze beurt was, leek de finishlijn in zicht. Totdat de dame achter de balie aangaf dat het apparaat – waarmee de SIP-kaart gedrukt wordt – de hele ochtend al buiten werking was. Teleurgesteld verlieten we het slagveld. Vandaag waren er geen winnaars – alleen verliezers. Gelukkig is er morgen weer een dag. Een nieuwe ronde, met nieuwe kansen. We zijn helaas geen SIP – maar wél een ervaring – rijker. De aanhouder wint. Met een beetje geluk zelfs het nieuwe seizoen van Expeditie Bureaucratie. Aan onze inzet zal het in ieder geval niet liggen.