Hector Cornel

Wie ons over Rocky, Rambo, Gerry, Enge Karel, Oscar, Leo Limoncello, Mr. Purple, Klimberley, Leopold, Stijn, Bennie, Dikke Bennie, Harrie, Stoffel en Calvijn hoort praten, denkt wellicht dat we al een goedlopende Bed & Breakfast runnen. Zover is het (helaas) nog niet. Integendeel. Het is een uit de hand gelopen gewoonte om alles (wel bijna alles) een naam te geven. Een traditie die meer dan tien jaar geleden begon met de aanschaf van Hector Cornel, mijn zwarte Kia Picanto, die op zijn beurt weer naar een Botswaanse cactus werd vernoemd.

Hoe hij aan zijn naam komt en waarom hij er überhaupt één heeft, doet er in dit verhaal echter niet toe. Dat Stef, de vriendelijke medewerker die al onze verzekeringen regelt, onze vaders Ford Transit inmiddels ook “Bennie” noemt als hij vraagt voor welke auto ik precies bel, doet er ook niet toe. Wat lange tijd wél het onderwerp van gesprek was als Hector Cornel ter sprake kwam, was de vraag wie nu eigenlijk de rechtmatige eigenaar van de auto was. Ik (Michelle), die de auto in 2011 aanschafte of mijn zusje Noëlle (op wiens naam ik hem administratief liet overschrijven omdat ik officieel naar Zwitserland vertrok en zij in Nederland achterbleef)? Dat deze discussie recent ineens een hele andere wending heeft genomen, waarbij wij geen van beiden nog langer overtuigd zijn van ons rechtmatige eigenaarsschap, heeft alles te maken met de Spaanse bureaucratie en het moment dat het verplicht werd om de auto officieel te laten exporteren. Plotseling was het niet langer mijn auto, maar haar auto. En vice versa.

Want na een gemakkelijke introductie in de Spaanse bureaucratie (met het aanvragen van een NIE-nummer voor mijn zwager, de aanvraag van een elektronisch certificaat en het automatiseren van onze betalingen bij het lokale belastingenkantoor), was dit iets wat niet zo gemakkelijk zonder gestor geregeld zou kunnen worden. Sterker nog: als het net zo gaat als bij de SUMA (waar de onroerendgoedbelasting en de waterrekening van ons gezamenlijke huis op Noëlles naam werden gezet en de afvalstoffenheffing op die van mij), vrees ik dat onze discussie zonder inmenging van een kundige gestor inderdaad door middel van een compromis zal worden beslecht. Waarbij Noëlle de rechtmatige eigenaar is van de twee voorwielen en het linker achterwiel en ik mij tevreden zal moeten stellen met het rechter achterwiel.

En dus besluiten we de hulp in te schakelen van een Nederlander die inmiddels alweer vijfenveertig jaar woonzaam is in Spanje. Dat het proces uiteindelijk, op één kleine kink in de kabel, vrij vlekkeloos verloopt, is ironisch. Vooral wanneer ik u vertel wat het probleem precies was. Het nieuwe kentekenbewijs, een keurig pasje op naam van mijn zusje, werd niet geaccepteerd. Het oude papieren kentekenbewijs, voorzien van een groot zwart kruis door de gegevens, wél. Dat ik het na overschrijving überhaupt bewaard had, is een geluk. Of wisten ze bij de DGT wat ik stiekem al die tijd al wist? Dat, alhoewel Noëlle als administratief eigenaar nu ook verantwoordelijk is voor de Spaanse autoverzekering én wegenbelasting, ik toch echt de rechtmatige eigenaar ben. Noëlle heeft Hector, de Botswaanse cactus waar de auto naar werd vernoemd, immers nog nooit ontmoet. Ik vrees dat we er, nu Hector officieel Spaans is geworden, echter nog wel een tijdje over zullen kibbelen. Tot het moment dat de gloednieuwe resident voor een grote onderhoudsbeurt naar de garage gereden gaat moeten worden. Dan is het háár auto. En niet die van mij.