“Daar komt de dader net aan”, verzucht mijn vader als ik de toekomstige ontbijtruimte binnenstap. De oudste en meest ervaren klusser van het klustrio schudt misnoegd zijn hoofd. Het afwerken van de bar die zij in minder dan twee dagen in elkaar hebben gezet, kostte meer werk dan ze van tevoren hadden gedacht. “Waarom wilde jij in godsnaam dat het blad schuin werd afgesneden?”, gaat de tweede verder. Ik haal mijn schouders op. “Dat is toch mooi?”, roep ik luchtig. Iemand zucht. Ik hoor een ander snuiven. Snel maak ik mij uit de voeten. Ik weet wanneer ik teveel ben. Bovendien plakken mijn kleren van het zweet aan mijn huid. Het is tijd om te douchen.
Terwijl ik mijn shirt uittrek, werp ik een blik op mijn telefoon. Ik heb nog ongeveer twee weken voordat ik weer in Zwitserland moet zijn. Suzanne is er al en Marc vertrekt over een week. In de korte tijd die ons nog rest, proberen wij onszelf daarom zo nuttig mogelijk te maken. Dat betekent dat onze vader, Marc en Noëlle druk aan het klussen zijn, terwijl mijn moeder en ik de omgeving verkennen. Met behulp van Wikiloc, een app waarmee gebruikers wandelroutes met elkaar kunnen delen, leggen wij onze voetstappen vast. Dat wil zeggen, als ik niet per ongeluk op de opnameknop vergeet te drukken, waardoor ik de vijf uur durende route langs zeven van de acht dorpen (en terug) in de toekomst noodgedwongen nog een keer zal moeten afleggen.
Is dat erg? Ik denk het niet. En als ik de mannen moet geloven is het zeker niet erger dan het afwerken van schuin afgesneden barbladen. Dat u het weet.
Als ik de volgende ochtend bij het verlaten van ons huis mijn telefoon uit mijn tas haal, waarschuwt mijn moeder mij. “Heb je de app deze keer wel aangezet?” Ik knik braaf. Omdat zij de route naar La Forada al twee keer eerder heeft afgelegd, volg ik haar. Als haar app tien minuten later in Benitaia luidt begint te piepen omdat we van de route afwijken, wil ze zich omdraaien. “We lopen verkeerd”, roept ze, terwijl ze aanstalten maakt om terug te lopen. “Godverdomme”, mompel ik terwijl ik blijf staan. Als wij nu terug lopen zullen alle wandelaars die in de toekomst onze route volgen hetzelfde doen. “Komen we er als we gewoon rechtdoor blijven lopen ook?” vraag ik mijn moeder. “Ik denk het wel”, antwoord ze terwijl ze bedenkelijk naar de kaart kijkt. “Dan lopen we gewoon rechtdoor”, besluit ik resoluut. Mijn moeder moet lachen. Ze heeft gelijk. Ik ben al net zo’n geschifte perfectionist als het klustrio. Want terwijl zij hoogstwaarschijnlijk nog met een vergrootglas de naden van het barblad staan te bestuderen, neem ik mijzelf voor om ook deze route in de toekomst nog een keer opnieuw te lopen. Dat u het weet.