Het is zeven uur en we zitten nog heerlijk buiten op het terras van Bar Isa. Omdat de klok een uur is teruggezet is het wel al donker. Het voelt dan ook een stuk later dan het in werkelijkheid is. Werner en Lisa die – tussen het wisselen van de spabezoeken door – ook weer een keer een drankje meedoen, beamen het gevoel. Dan gaat de telefoon. Het is opnieuw een last-minute reservering. Maar dit keer bevinden de gasten zich nog in Guadalest. “Over een uur en een kwartier kunnen we er zijn”, beloven ze mij aan de telefoon. “Wil je ons nog een bevestiging van onze reservering sturen?”, vragen ze – net voordat ze weer ophangen. “Geen enkel probleem.” Terwijl zij vanuit Guadalest koers naar Benialí zetten, bevestig ik hun reservering per WhatsApp. Omdat het zaterdag is – en ik niet weet hoe druk het bij de lokale restaurants is – stuur ik ze direct ook een screenshot van de restaurants die vanavond nog in het dorp geopend zijn.
Omdat ik weet dat het huis schoon is, de kamer klaar is en de haard nog lekker brand, hoef ik niet hals over kop naar huis te snellen. In plaats daarvan bestel ik nog een glas wijn. Precies een uur later ontvang ik opnieuw bericht. “We zijn er over ongeveer tien minuten”, lees ik. Ik neem een laatste slok en loop naar huis. Terwijl ik door de woonkamer naar de keuken loop om een fles water en twee glazen te halen, informeer ik de andere gasten – die lekker met een fles wijn bij de open haard zetten – dat ze niet langer alleen zijn. Enkele minuten later gaat de bel. Keurig op tijd. Terwijl hij de auto parkeert, regel ik met haar de check-in. “Hebben jullie al gereserveerd bij één van de restaurants?”, vraag ik. De vrouw schudt haar hoofd. “Nee, daar hebben we nog niet naar gekeken. Wat raad je aan?” Terwijl ik met een schuin oog een blik op hun identiteitsbewijs werp stel ik de vraag. “Jullie zijn Fins, niet waar?” Ze knikt bevestigend. “Zal ik dan voor jullie bij Nou Tarrasó reserveren? Dat ligt vlakbij. Het eten is er lekker, de sfeer goed en de ober is half Fins.” De vrouw knikt opnieuw. “Klinkt goed”, antwoord ze.
Als ook haar echtgenoot weer binnen komt lopen, laat ik ze vlug de rest van het huis zien en breng ik ze naar hun kamer. Omdat ze niet lang nodig hebben om uit te pakken, is er nog net tijd voor een drankje aan de open haard. Terwijl ik in kantoor hun gegevens naar SES Hospedajes stuur, hoor ik ze een kort praatje maken met mijn andere gasten. Nog voordat ik helemaal klaar ben, vertrekken ze opnieuw. “Nu we er zijn, hebben we helemaal geen zin meer om nog iets te gaan eten.” Ik wuif hun twijfels weg. “Ik weet zeker dat ook Nou Tarrasó jullie bevalt”, verzeker ik hen. Ik heb gelijk. Als ik ze de volgende ochtend bij het ontbijt vraag of ze een leuke avond hebben gehad, antwoorden ze bevestigend. “Het was heel gezellig. We hebben erna zelfs nog een drankje met Daniël en zijn vrouw gedaan.” Ik knik tevreden. Mooi zo.
“Hoe laat moeten we precies uitchecken?”, vragen ze – nadat ik ze nog een tweede kop koffie heb gebracht. “Hoewel men normaal gesproken om elf uur uit moeten checken, verwacht ik vandaag geen nieuwe gasten”, begin ik. “Om twaalf uur heb ik alleen een afspraak, die ik niet kan afzeggen. Als jullie alvast betalen, kunnen jullie zonder problemen gaan wanneer jullie willen. Dat wil zeggen – als ik tegen die tijd nog niet terug ben.” Als ik twee uur later terug kom, is dat inderdaad (nog) niet het geval. Ze komen net de trap afgelopen. “Zouden we nog één kop koffie kunnen krijgen?”, vraagt één van hen – bijna bezwaard. “Natuurlijk!” Als ik haar buiten de koffie breng, kijkt ze genietend om zich heen. “Deze plek zou eigenlijk wel heel mooi zijn voor een retreat”, zegt ze. Ik knik goedkeurend. Daar zijn mijn zusjes en ik het helemaal mee eens. Hoewel we de tijd nog niet hebben genomen om ook daadwerkelijk iets op te zetten, zijn we dat – in de toekomst – zeker van plan. Naarmate mijn gast mij steeds meer vragen stelt, word ook ik steeds enthousiaster. Met de belofte om contact te houden, nemen we even later afscheid. Voor nu.
