Zijn excuses wuif ik per direct weg. “Geen enkel probleem”, zeg ik lachend. Als hij niets gezegd had, was het mij waarschijnlijk niet eens opgevallen. “Dit is Benialí”, stel ik hem gerust. Hier kijkt helemaal niemand raar op als je je in pyjama in het openbaar vertoont. Ik betwijfel of Raul, de bakker die met zijn busje dagelijks alle acht dorpen van vers brood voorziet, ons (en de rest van de buurtbewoners) überhaupt zou herkennen in normale kledij. Gerustgesteld ploffen de gasten (in pyjama) neer voor het ontbijt. Met een glimlach om mijn lippen loop ik terug de keuken in. Ik ben al lang blij dat ze zich zo thuis voelen. Dat ik niet lang heb hoeven wachten op hun komst. En dat ze ons zonder hulp van Melchior, Gaspar en Baltasar gewoon (op Google Maps) hebben kunnen vinden.
Onze eerste gasten na de jaarwisseling belden afgelopen zondag namelijk gewoon zélf met de vraag of ze diezelfde avond nog mochten komen. Met de verfkwast nog in mijn hand antwoordde ik bevestigend. “Natuurlijk heb ik een kamer voor jullie vrij.” Met gekruiste vingers hoopte ik dat ze niet al op de stoep stonden. “Hoe laat zullen jullie er ongeveer zijn?”, vroeg ik in plaats daarvan. Ondertussen wierp ik een blik op de klok. Twee uur. “Tussen vijf en zes uur”, antwoordde de stem aan de andere kant van de lijn. Opgelucht haalde ik adem. Dat gaf mij ruim voldoende tijd om niet alleen te douchen en alle verfvlekken van mijn lijf te schrobben, maar ook om de huidige status van het huis goed te controleren. Terwijl mijn ouders lekker aan het lunchen waren bij El racó del Raval in het naastgelegen Benissivà, sleepte ik de zware zaagtafel van het terras over de drempel naar binnen en rende ik met de stofzuiger in één hand achter het achtergebleven zaagsel aan. Dat het behoorlijk waaide, hielp niet mee.
Pas nadat ik alle sporen van onze meeste recente kluswerkzaamheden had geëlimineerd en het haardvuur gezellig begon te knetteren, appte ik mijn moeder dat we de nét opgezette jacuzzi diezelfde avond nog niet konden testen. In plaats daarvan reikte ik onze gloednieuwe gasten twee grote gele handdoeken aan en trok ik mijzelf rustig terug in de woonkamer. Terwijl zij zich gewapend met een fles huiswijn en twee glazen in het warme water lieten zakken, bereidde ik samen met mijn moeder een uitgebreide tapasplank voor. In plaats van ze nog een half uur naar Ondara te laten rijden (waar de restaurants op zondagavond wel geopend zijn), nestelde het tweetal zich na het bubbelbad gemoedelijk in pyjama op de bank voor de open haard.
Dat ze de volgende ochtend, voordat ze uitvoerig excuserend aan de ontbijttafel verschenen, liever nog een uur met een kop koffie in bed bleven liggen in plaats van een stuk te gaan wandelen, kan onmogelijk aan de prachtige omgeving hebben gelegen. Want het gemak waarmee ze zich in pyjama door het huis bewegen is één ding. Het feit dat ons huis gemakkelijk met de prachtige Spaanse natuur kan concurreren (en zo nu en dan zelfs wint), is iets heel anders. Een groter compliment hadden we, mijns inziens, niet kunnen krijgen.