Dat ons plan allesbehalve origineel is, is een understatement. We zijn niet de eerste buitenlanders die in Spanje een goedlopende Bed & Breakfast willen beginnen. Maar om originaliteit is het ons ook niet te doen. Als eigen baas hopen we ons leven meer naar eigen inzicht in te richten. Met meer vrijheid, tijd voor elkaar en tijd om te genieten. En dat alles op een plek met meer rust, meer natuur, beter eten en een beter klimaat. Dat het een lang proces is geweest, doet er niet toe. Na het dromen van een ander leven, het zoeken naar een geschikt huis en de daadwerkelijke aankoop ervan, bevinden we ons nu in één van de laatste fases voor opening: de verbouwing.
Wie de kans van slagen zou willen berekenen door de plus- en minpunten met elkaar te vergelijken, zou zien dat het eerste rijtje aanzienlijk langer is. Het huis is in goede staat, er is voldoende budget voor een verbouwing, onze vader beschikt over meer dan voldoende (bouw)-technische kennis en ervaring en hij heeft tijd en zin om ons te helpen. We leren de taal, bezitten elk onze eigen kwaliteiten waarbij we elkaar perfect aanvullen en zowel ‘Ik Vertrek’ als ‘Het Roer Om’ hebben ons al een hele tijd geleden geghost. Als dat laatste geen goed voorteken is, dan weet ik het ook niet meer.
Toch is er nog één ding dat roet in het eten kan gooien. Dat verrekte, volhardende perfectionisme waaraan moeilijk te ontsnappen is. Begrijp me niet verkeerd – er is niets mis met streven naar een zo goed mogelijk resultaat, zolang je er maar niet in doorslaat. En daar ligt onze uitdaging. Want het huis is oud. Het is Spaans. En alles – maar dan ook werkelijk álles – is scheef. Dus zodra er weer iemand binnensmonds loopt te vloeken, is er minimaal één persoon die in het voorbijgaan quasi-verbaasd vraagt: “Wat?! Is het scheef?”
Frustrerend. Vooral als je na een uur fanatiek sorteren in de Leroy Merlin (de Spaanse bouwmarkt) met de allerrechtste latjes thuiskomt en deze vervolgens op een scheve muur moet lijmen. Je blik bij thuiskomst niet op de nieuw geëgaliseerde en betegelde vloer valt, maar op de ingebouwde gangkast die nu ten opzichte van de nieuwe, rechte vloer, ineens minimaal twintig centimeter scheef staat. Gelukkig kunnen we onze (kaarsrechte) lat af en toe verlagen en is ‘optisch recht’ een acceptabel alternatief geworden.
Betekent dat dat we de imperfecties niet meer zien? Natuurlijk niet. Want we zien de sporen van de verfkwast op de muur, de druppels die door de schilderstape zijn gelekt, de bredere voegnaad van de tegel die kapot ging en later vervangen werd, de schilfers die al snel weer van de pas geverfde vochtige Spaanse muren vallen en de sporen van het gat van de kraan die aan de verkeerde kant van de wastafel geïnstalleerd werd. Gelukkig helpt het om af en toe een stap terug te doen. Dat én humor. Zoals onze vader die na een bloedserieuze vraag over de afstand tussen het bed en de muur gortdroog antwoord dat dat er aan ligt waar je precies meet.
Want ja, je raadt het al, daar kan zomaar twintig centimeter in zitten. Maar wat als we die twintig centimeter nu eens terug zouden stappen en het grotere geheel in ons op zouden nemen? Dan zouden we zien dat het huis in al haar onvolmaaktheid toch behoorlijk volmaakt aan het worden is.