Kleine dorpen. Smalle straten. Verwarrende postcodes. Het bezorgen van pakketjes lijkt in Spanje doorgaans een grotere uitdaging dan in Nederland. Dat dat niet alleen voor ons (inwoners van een klein dorp) geldt, maar ook voor de inwoners van een stad zoals Benissa, blijkt als we ’s ochtends bij ‘Dumas’ binnenlopen. Net als veel andere Nederlanders lopen ook wij altijd even binnen als we toevallig in de buurt zijn. Terwijl we, zoals altijd, hartelijk ontvangen worden en iets te drinken aangeboden krijgen, werpt mijn moeder een blik op een aantal pakketjes die bij de ingang staan. “Zijn jullie nu ook al een ophaalpunt geworden?”, vraagt ze lachend. Oscar schudt zijn hoofd. Niet officieel in ieder geval, verklaart hij. “De bezorgers kunnen behoorlijk wat adressen doorgaans niet vinden waardoor veel mensen er voor kiezen om hun pakketten dan maar hier te laten bezorgen. Wij zijn toch open en het is een kleine moeite.” Ik knik begrijpend. Ook bij ons heeft het een aantal jaren geduurd voordat alle grote pakketbezorgers ons zonder problemen weten te vinden. En hoewel het tegenwoordig redelijk goed gaat, gaat het nog steeds niet altijd zonder slag of stoot.
Als ik twee dagen later dan ook het tweede berichtje van CTT Express ontvang dat de bezorging niet gelukt is – terwijl er gewoon iemand thuis was en de deur zelfs open stond – borrelen oude frustraties weer op. “CTT Express?”, vraagt mijn moeder. Ze zucht diep. “Dat is diezelfde bezorgdienst die de laatste keer ook mijn pakketje weigerde te bezorgen. Hoewel ze verschillende ophaalpunten in Pego blijken te hebben kon ik er geen enkele van selecteren. Ik heb het toen in Dénia moeten ophalen.” Ik kijk haar verbijsterd aan. Voor dit pakketje ben ik absoluut niet van plan om naar Dénia te rijden. Gelukkig ontvang ik de volgende dag een WhatsApp-bericht van de leverancier. “De bezorgdienst geeft aan dat het pakket teruggezonden moet worden. Klopt dat?”, staat erin. Lekker makkelijk denk ik bij mijzelf. Een bezorgingsdienst die twee dagen achter elkaar net doet of de bezorging niet gelukt is en dan zelf vaststelt dat het pakket dan maar het beste weer teruggestuurd kan worden. “Nee”, antwoord ik daarom. “Ze zijn hier nooit geweest.” De leverancier belooft beterschap en geeft de bezorgdienst opdracht het pakket opnieuw te bezorgen. Als ik de volgende dag rond het middaguur opnieuw een bericht ontvang dat het pakket ook dit keer helaas niet bezorgd heeft kunnen worden, besluit ik opnieuw op de link van CTT Express te klikken. Waar ik de vorige keer geen ophaalpunt kon selecteren, lukt het mij dit keer wel. In Pego zelfs. Als het pakket daar de volgende dag wel bezorgd wordt, informeer ik de leverancier via de WhatsApp dat het gelukt is. Gelukkig. Want hoewel het niet altijd een optie is om een pakket direct bij het ophaalpunt of in de winkel zelf te laten bezorgen, vind ik dat doorgaans toch altijd het prettigst. Ik hoef niet thuis te blijven. De bezorger hoeft niet voor één pakket helemaal naar de vallei te rijden en de kans dat hij/zij in de verkeerde vallei of het verkeerde dorp staat is daardoor direct uitgesloten. Win-Win-Win.
Want dat wij af en toe niet direct op de route liggen is mij dan ook wel duidelijk. Terwijl de bezorger van Correos Express zijn excuses aanbiedt dat de bezorging een paar dagen geduurd heeft omdat hij maar één keer per week in de vallei bezorgt (geen enkel probleem), belt SEUR bij mij aan met een pakket dat eigenlijk door DHL bezorgd had moeten worden. “Een collega heeft mij gevraagd dit voor hem hier te bezorgen”, legt hij vriendelijk uit nadat ik de deur open. Ik kan een glimlach niet onderdrukken. Als we elkaar allemaal een beetje helpen, komen we er wel uit. SEUR neemt een pakketje voor DHL mee. Ik rij voor CTT Express naar Pego. En Dumas? Bij deze waanzinnig gave tuinmeubelzaak staat de deur niet alleen altijd open voor oude en nieuwe klanten – maar ook voor de pakketbezorger die er even niet uitkomt.