Ik Vertrek?

“Leugenaars zijn het! Allemaal. Stuk voor stuk. Hoe ze daar aan het eind van iedere aflevering breed lachend op dat bankje zitten.” Ik kan niet anders dan bevestigdend knikken als onze (Nederlandse) conculega (en vriend) een vernietigend oordeel velt over de gemiddelde “Ik Vertrek”-aflevering. Hij heeft gelijk. Hoewel het stel een half uur eerder waarschijnlijk nog een half dak met een budget van €12 heeft moeten repareren, zitten ze nu inderdaad gelukzalig te vertellen dat ze er nóóit spijt van hebben gehad. Ammehoela. Die momenten van spijt zijn ze vast al lang weer vergeten. Het kan dan ook niet anders dan dat de vermoeidheid en stress, die doorgaans bij zo’n emigratie komt kijken, impact heeft gehad op het geheugen. Want emigreren naar en het opzetten van een compleet nieuw bedrijf in het buitenland zonder één moment van spijt, daar geloof ik niet in.

Gelukkig kunnen we er samen wel nog hartelijk om lachen. Gedeelde smart is immers halve smart. Lachen is gratis. En het behoeft geen ingewikkelde bureaucratische procedure in een taal die je nog steeds niet honderd procent onder de knie hebt en je in het beste geval slechts een paar jaar van je leven kost. Vanwege de stress. En niet de duur van de betreffende procedure. En dus schenken we onszelf nog een glas cava in en eten een bonbon (of vier). Die paar jaar vanwege teveel drinken en snoepen kunnen er ook nog wel van af.

Het scheelt dat we er niet alleen voor staan. En dat het nog geen tijd is voor de aftiteling in onze denkbeeldige “Ik Vertrek”-aflevering. Tegen de tijd dat het zover is, weet ik dat we er niet alleen (met zijn drieën) zullen zitten. Want als ik dan gelukzalig ga verkondigen dat ik er geen séconde spijt van heb gehad (ook een leugen), dan doe ik dat graag samen met onze ouders. Zonder wiens hulp we onze deuren dit jaar zeker nog niet hadden kunnen openen. Samen met onze conculega’s. Die in het zelfde schuitje zitten en waarmee we het prachtige Benialí op de kaart gaan zetten. En samen met alle buren en vrienden die we de afgelopen drie jaar hebben leren kennen. Want voor een plek in deze warme gemeenschap offer ik gerust een paar jaar van mijn leven op. Proost. Op een nieuw jaar. Een nieuw begin. En een definitief vertrek. (Met af en toe een seconde spijt.)